Peter May author of The Lewis
                Trilogy
Peter May
                author of the Lewis Trilogy
Peter May author of The
                Lewis Trilogy
homepage
latest news
reviews
videos about
contact
French site  Spanish page  Dutch pages
The Lewis Trilogy
The China Thrillers
The Enzo Files
Other writing
Miscellany
Site Map

Stina de Graaf


Stina de Graaf

 Stina de Graaf is mijn naam. Ik ben getrouwd en we hebben vier kinderen. We wonen in de kop van Noord‑Holland. Ik tuinier graag, fiets veel en wandel regelmatig, het liefst over langeafstandswandelpaden in Nederland en Groot‑Brittannië. Ik houd van dieren, vooral van vogels, paarden en katten. Ik heb een cattery, De Stenen Cirkel genaamd. Als ik inspiratie en tijd heb, schrijf ik gedichten waarvan er enige in Engelse bloemlezingen opgenomen zijn. Natuur en conservatie reken ik tot mijn specialismen.

In 1994 heb ik met succes de opleiding Tolk/Vertaler Engels afgerond. In datzelfde jaar ook ben ik door de rechtbank in Alkmaar beëdigd. Sindsdien werk ik als freelance vertaler. Aanvankelijk vertaalde ik vooral algemene teksten, hoofdzakelijk naar het Engels toe, zoals persoonlijke & zakelijke brieven, officiële documenten, een kwartaalblad voor naturisten, maar ook veterinaire artikelen, gidsjes over bezienswaardigheden en technischer teksten. Ik ben tevens medevertaler van verschillende computer (leer)boeken.

Maar eigenlijk wilde ik ontzettend graag boeken vertalen. Die kans kreeg ik toen mij in 2000 A God In Ruins van Leon Uris (Een Gevallen God, uitgeverij De Prom) werd aangeboden, in 2002 gevolgd door Your Mouth Is Lovely van Nancy Richler (Je Prachtige Mond, uitgeverij  Vassallucci). Daarna volgde The Firemaker van Peter May…

De Vuurmaker, Het Vierde Offer… zeer plezierige boeken om te vertalen. Ze zijn goed en helder, zonder veel omhaal geschreven, maar Peter May kan ook heel poëtisch zijn. De verhalen spelen in China -  op één na dat in Amerika speelt. Door Peter May’s uiterst visuele stijl van schrijven gaat een hele nieuwe wereld open, schitterend maar ook gruwelijk waar Peter May ons bijvoorbeeld een blik gunt in China’s verleden, zoals in Het Vierde Offer.

Ook de personages in zijn boeken worden met hetzelfde oog voor detail beschreven en, allemaal totaal verschillend van karakter, levendig neergezet. De hoofdpersonen zijn de Amerikaanse patholoog‑anatoom Margaret Campbell en de Chinese rechercheur Li Yan. Margaret is op en top Amerikaans, Li Yan op en top Chinees. Ik vind ze beiden sympathiek, kwetsbaar ook vanwege hun respectievelijke verleden. Ondanks de talloze strubbelingen merk je dat ze zich tot elkaar aangetrokken voelen. Hun relatie loopt als een rode draad door het boek. Niet alleen door het boek, maar door alle boeken uit de serie China Thrillers. De verschillende delen namelijk vormen de hoofdstukken van weer een ander boek.

Ondanks de goede schrijfstijl blijven er uiteraard nog genoeg vertaalproblemen over, zoals de onvermijdelijke lijkschouwingen met de specifieke terminologie die hierbij hoort. Ook het Chinese aspect zorgt soms voor hoofdbrekens. Maar het is ook een uitdaging als Peter May citeert of boektitels gebruikt, omdat uitgezocht dient te worden of het desbetreffende citaat of boek vertaald is, en zo ja wat de vertaling is. Een ‘officiële’ vertaling verdient in zo’n geval de voorkeur. Gelukkig heeft een vertaler vandaag de dag een computer tot zijn of haar beschikking met een scala aan digitale woordenboeken – hoewel ook mijn collectie papieren naslagwerken blijft groeien – en internet uiteraard, zodat veel zaken snel en uitgebreid opgezocht kunnen worden, maar ook kunnen collega-vertalers geraadpleegd worden die hun kennis willen delen, en graag willen meedenken en ‑zoeken. Ook is bijna iedereen bereid eventuele vragen per e‑mail te beantwoorden, Peter May incluis!

Zoals ‘China Thrillers’ suggereert, vallen de boeken in de categorie misdaadverhalen. Steeds weer slaagt Peter May erin een onderwerp te vinden dat uiterst modern, maar ook beangstigend realistisch is. De scenario’s die hij schept, zouden zomaar werkelijkheid kunnen worden als de mens in zijn zucht naar geld en macht ontspoort. Ik heb genoten van de spannende plots, maar ook van de manier waarop Peter May China schildert, zo levendig, met zo veel oog voor detail, dat het lijkt alsof ik er zelf geweest ben. Uiteraard kan ieder deel apart gelezen worden, maar het is leuker om ze in de juiste volgorde te lezen zodat de lezer leert hoe het Margaret en Li Yan vergaat.

China Thrillers… beslist de moeite van het lezen waard!


The Blackhouse, het eiland van de vogeldoders van Peter May

...vertaald door Stina de Graaf en uitgegeven door Conserve (oorspronkelijke titel: The Blackhouse)

The Blackhouse is het eerste deel van een trilogie en niet zómaar een thriller. De hoofdpersoon is Fin Macleod, die bij de politie in Edinburgh werkt. Aan het begin van het boek is hij al een aantal weken met verlof, omdat zijn achtjarige zoontje bij een verkeersongeval is omgekomen. Maar als op Lewis een moord wordt gepleegd, krijgt Fin de opdracht naar het eiland te gaan om die te onderzoeken. Niet alleen omdat hij het onderzoek leidt naar een moord die eerder dat jaar in de Schotse hoofdstad werd gepleegd en die in elk gruwelijk detail lijkt op die op Lewis, maar ook omdat Fin zelf oorspronkelijk van het eiland komt.

Schering en inslag
De lezer volgt het politieonderzoek, maar ziet via flashbacks ook de jonge Fin opgroeien. Als schering en inslag bij het weven vormen deze flashbacks uiteindelijk een patroon waaruit motief en moordenaar duidelijk worden.

The Blackhouse geeft een boeiend beeld van de streng protestantse, traditierijke gemeenschap op Lewis en van het leven daar dat sinds Fins vertrek lijkt te hebben stilgestaan. De indrukwekkende landschappen en het grillige weer worden beeldend beschreven, en de personages zijn levensecht. An Sgeir, de Rots, speelt een belangrijke rol in het boek. Daar worden elk jaar in augustus tweeduizend jonge jan-van-genten geoogst, een eeuwenoude traditie. Vroeger waren de vogels van levensbelang om de barre winter door te komen, tegenwoordig worden ze als een delicatesse beschouwd. Het hele fascinerende gebeuren (de reis over zee naar An Sgeir, het uiterst primitieve verblijf daar en het ‘oogsten’ van de vogels) wordt gedetailleerd beschreven; en op An Sgeir komt het tot een ontknoping.

De vertaling
Omdat ik eerder de zes boeken van de China Thrillers van May (uitgegeven door de niet meer bestaande uitgeverij BZZTôH) heb vertaald, hoefde ik niet weer opnieuw een stijl en ritme te vinden. Het zijn twee compleet verschillende series met elk een geheel eigen karakter, maar de stijl bindt ze.

Het eerste vertaalprobleem was blackhouse. Een blackhouse is een type huis maar zeker niet zwart, tenminste niet aan de buitenkant. Vermoedelijk slaat het op de binnenmuren, omdat er dag en nacht een turfvuur in het hoofdvertrek brandt. Het is onvertaalbaar, zoals ‘stolpboerderij’: a traditional four-square Dutch farmhouse with pyramid-shaped roof, een reden om het te handhaven. Maar wat doe je dan met whitehouse? Een whitehouse is géén type huis, maar het is (min of meer) wit. Vanwege de uniformiteit is besloten om dat woord ook te laten staan, hoewel ik in sommige gevallen voor de leesbaarheid voor ‘het witte huis’ heb gekozen. Voor de couleur locale heb ik uiteraard ook de Schotse woorden (zoals breeks (broek) en ronepijp (regenpijp) en Gaelische woorden zoals machair cursief overgenomen. Ook het woordje croft bleef onvertaald, want het woord betekent niet alleen een boerderijtje, maar het kan ook de omheinde grond zijn die erbij hoort. Soms werd specifiek het huis bedoeld, in andere gevallen de grond en in weer andere allebei, een reden om ook dat woord te cursiveren en de eerste keer dat het werd gebruikt toe te lichten.

Het fenomeen turf en de werking van het weefgetouw moest ik nauwkeurig bestuderen. Verder heb ik zo veel mogelijk plaatjes van plaatsen en landschappen gezocht. Soms is het niet voldoende om te vertalen wat er staat, maar heeft de vertaling een iets andere formulering nodig om een duidelijk beeld te schetsen.

Guga-oogst
Een belangrijk hoofdstuk in het boek gaat over de guga-oogst (het ‘oogsten’ van jan-van-genten), een eeuwenoude traditie. Gelukkig vond ik mooie foto’s op internet, bijvoorbeeld hier. Daarop is duidelijk de goot te zien die daar elk jaar wordt gebouwd en de ‘wielen’ van dode vogels, maar er staan ook magnifieke foto’s van levende vogels op.

Ik heb de poëtische vrijheid genomen om vrouwelijke woorden ook vrouwelijk te maken in de vertaling vanwege de vele personificaties in het boek. Enkele voorbeelden daarvan zijn: ‘Toch krijg ik altijd kippenvel als ik over de plek vaar waar ze is gezonken, en ik weet dat ze daar maar gewoon op de zeebodem ligt, precies onder de plek waar we haar het laatst zagen’ en ‘Het was een rauwe confrontatie met de natuur op haar formidabelst’, en ten slotte ‘Ze konden de zee naar de rots horen happen en eraan slurpen, alsof ze hem probeerde te verslinden.’

De vertaling van het boek was een prachtig avontuur.

Peter May's Media Room
information for journalists